Woningsdag
Koningsdag! Ik kijk er altijd naar uit. Om in
de stemming te komen kaan ik rond een uur of tien mijn eerste oranje tompouce
naar binnen. Ondertussen zet ik de tv aan. Even een blik werpen op onze
Koninklijke familie. Het wc-pot werpen of volksdansen boeit me niet. Ik MOET
zien hoe fraai onze vorstelijke dames opgesmukt zijn. Héérlijk!
Vervolgens is het mijn missie om op de vrijmarkt op zoek te
gaan naar iets lolligs voor precies één euro. Het is al jaren
een traditie om samen met mijn vrienden te wedijveren om het gekste item wat we
kunnen scoren. Ik heb inmiddels een hele verzameling! Rond een uur of drie ontmoeten we elkaar en kiezen
we een winnaar. De één komt de kroeg binnen gehobbeld met een oranje pruik, de
ander met een schort met grote tieten en de ander met een maffe buikspreekpop. Soms
heel plat, maar je snapt dat het onder het genot van een paar biertjes hilarisch
kan zijn.
Vorig jaar wist ik een paar fantastische oren op de kop te
tikken. Micky Mouse zou er jaloers op kunnen zijn. Het was zo klaar als een
klontje; de zege was voor mij. Ik kreeg van mijn vrienden (je raadt het
al…) een ‘oorverdovend’ applaus. Het was zo’n succes dat ze letterlijk van hoofd
naar hoofd gingen. Lachen gieren brullen die dag. Niet in de laatste plaats
vanwege de vele leuke reacties.
Dit jaar is alles anders. Geen kekke hoedjes en
vrijmarktkleedjes. Geen pintjes in de Prinsentuin. Geen stampvolle terrasjes of
guitig geschminkt grut. Geen oren die kunnen verbroederen.
Vandaag vier ik Koningsdag alleen. Weemoedig scharrel ik door mijn huis. De koffiepot pruttelt. Tompoucen onaangeroerd. De tv
staat aan maar ik heb geen zin om te kijken. Hier en daar ruim ik wat op. Opgelucht
haal ik adem. Ik besef waar ik naar verlang. Verwachtingsvol schuif ik de la open en één voor eén komen ze tevoorschijn.
Met een zucht stal ik mijn Koningsdag schatten voor me uit op tafel en een lach
verschijnt op mijn gezicht.